Gin-tonic bestaat dankzij malaria

Ga je misschien een gin-tonic drinken dit weekend? Dat heb je dan allemaal te danken aan malaria! De geweldig populaire cocktail is uitgevonden om de ziekte te voorkomen en te behandelen. Dankjewel, geneeskunde!

Het begon allemaal in India, in de 18e eeuw. Het Verenigd Koninkrijk had daar de Britse Oost-Indische Compagnie opgestart, om handel te voeren vanuit India. Na verloop van tijd werd die commerciële onderneming steeds machtiger, waardoor er zich ook een groot Brits leger vestigde... Maar de soldaten werden geveld door malaria.

Gelukkig vond de legertop een oplossing: bepaalde medicijnen die de stof kinine bevatten, leken ook tegen malaria te werken. Kinine zorgde bij die medicatie ook voor een enorm bittere smaak. Omdat de soldaten het zo vaak moesten drinken, probeerden ze het dus wat lekkerder te maken - en ze hadden een grote voorraad gin in India...

Kinine zorgt vandaag de dag nog steeds voor de bittere smaak in tonic, maar met een veel kleinere dosis dan in die vroegere medicijnen. Een gin-tonic op een terras zal je in elk geval niet meer beschermen tegen malaria, maar oorspronkelijk was die cocktail dus wel een belangrijk medicijn!